Wednesday, April 25, 2007

13-10-2006 Mauritanië-Nouadhibou


Je fietst dagenlang door een grote leegte en plotseling kom je in een stad waar bijna wanhopig geprobeerd wordt een westerse samenleving te imiteren. We verbazen ons over het stadsbeeld. Geiten scharrelen rond in het straatvuil, vreten papier, plastic, planten zich en passant voort, staan op daken en steken plotseling over.Een meedogenloze wind blaast stof en vuil door de straten, waardoor alles voortdurend in lichte mist gehuld lijkt. Talloze autowrakken banen zich een weg richting centrum of rijden schijnbaar doelloos rond. Wie geen auto heeft neemt één van de vele taxi's die in alle kwaliteiten, merken en maten door de stad scheuren op zoek naar klanten. Fietsers zijn er praktisch niet. Heeft geen status of is niet praktisch door de rulle zandpaden. Bijna alles en iedereen is hier gemotoriseerd. Vracht wordt getransporteerd door talloze ezelwagentjes. De stad is vergeven van de vliegen. Koop je hier een brood dan is deze in een mum van tijd bedekt met tientallen vette bromvliegen die hier kennelijk een succesvolle strijd om het bestaan kunnen voeren. Nouadhibou is een vissershaven en tevens uitvoerhaven van ijzererts, dat hier met behulp van de langste ertstrein ter wereld aangevoerd wordt uit het binnenland. Dit levert al met al genoeg op om een complete stad en miljarden muggen in leven te houden. De bevolking is fanatiek islamitisch. Toch is hier en hoerenbuurt waar ook alcohol verkrijgbaar is. Het zijn hier vnl. zwarte Afrikanen die roomser dan de paus zijn. Komt wel vaker voor. In een uiterste poging om serieus genomen te worden, zijn mensen vaak fanatieker dan hun overheersers in dit geval de "blanke" Arabische cultuur. Toch voel ik me hier niet onveilig. De meeste inwoners zijn redelijk benaderbaar en vriendelijk. We maken een wandeling in de omgeving van onze tijdelijke verblijfsplaats: een ommuurde camping annex guesthouse, waar tevens een grote open tent kan dienen als onderkomen voor de nacht. Overdag wordt de tent gebruikt als instant- moskee. Regelmatig knielt men hier op een gebedsmatje richting Mekka. Wij brengen onze tijd hoofdzakelijk door in een envoudige kantine of in de schaduw van een paar bomen op het erf. Ook hier moeten we voortdurend strijd leveren met zand en stof dat overal binnen probeert te dringen.
We struinen door de zanderige zijpaden van de geasfalteerde hoofdader. Er staat een gestrande tractor midden op het pad, roodbruin van de roest en gedeeltelijk gesloopt. Eén van ons neemt op verzoek plaats op de bestuurdersplek en er worden foto's geschoten. We passeren en openlucht moskee, waar mensen knielend hun geloof belijden. Rondom gaat het straatleven gewoon zijn gang. Mensen zitten in deuropeningen of doen zaken. Honden scharrelen hun kostje op, terwijl de imam met behulp van een microfoon het geheel met succes overstemt. Niemand stoort zich aan ons en ongehinderd belanden we in de traditionele vissershaven. Hier overheerst een vreselijke stank, veroorzaakt door hopen visafval die achteloos langs het pad liggen. Kleurige traditionele houten boten liggen afgemeerd op het strand of kiezen het ruime sop. De armoedige hutjes staan tot vlakbij het strand. Kinderen spelen onbevangen in de troep en de stank deert zo te zien niemand. Het verbaast mij dat de vrouwen hier zo netjes gekleed gaan. Een gewapende agent verbiedt ons te fotograferen. Is hij zich bewust van de rotzooi en wil hij niet dat zijn stad in diskrediet gebracht wordt? Wij gehoorzamen en wandelen verder. Overal nog steeds een onbeschrijfelijke troep. Gedroogde platgetreden roggen, haaitjes en platvissen plaveien het pad. De vangst wordt hier afgevoerd met tweewielige handkarren en een vis meer of minder merken de vervoerders kennelijk niet. Bij één van de vele winkeltjes kopen we wat versnaperingen en frisdrank. Kroonkurken en lege blikjes liggen rondom. Toch doe ik een poging en retourneer mijn afval naar de verkoper. Zonder succes. Achteloos gebaart hij dat ik de boel gewoon weg kan gooien. Een afvalprobleem heeft men hier niet. Gewoon de boel laten ophogen en verder gaan met ademhalen.
Nouadhibou moet je één keer in je leven met en bezoekje vereren om er daarna nooit weer terug te keren. Op dat moment had ik geen flauw vermoeden dat het nog erger kan.

No comments: