Thursday, April 26, 2007

14/15-10-2006. Mauritanië.



De Fransman snapt niets van het lawaai en roept "merde"en "f*ck you" als wij opbreken en ontbijten. Niemand trekt zich er wat van aan. Wij zijn in de meerderheid en wat zal zo'n kleine Fransoos beginnen tegen die lange gespierde Friezen en Hollanders die de reis van hun leven maken en zich door niemand laten tegenhouden.
Onze tijd is vijf uur opstaan en twee uren later stipt, vertrekken we voor de rit naar Nouakchott. De hitte is overdag bijna niet meer te harden: 40-50 graden Celsius. Toch fietsen we lange afstanden. Zo'n 120-150 kilometer moet er zeker afgelegd worden en zonder morren maken we die ook. Frank heeft er de brui aangegeven en gaat zijn eigen gang. Wel is er een kleine kans dat we hem in de hoofdstad weer zullen ontmoeten. Hij heeft van ons het adres gekregen waar wij van plan zijn te overnachten.
Het landschap verandert nu langzaam. De woestijn voldoet hier meer aan het klassieke beeld dat iedereen heeft: een zandbak. Toch ook hier en daar een toenemende vegetatie. Acacia's en zelfs grassen komen regelmatig vor. Zie foto.
We vragen ons af wat de functie is van de vele verlaten hutten langs de weg. Slechts enkele worden nog bewoond en zo nu en dan geeft een bordje aan dat er drinken en voedsel verkocht wordt. Een enkele keer zien we zelfs het bord camping staan. Ik veronderstel dat het achtergelaten hutten zijn van de wegenbouwers die hier nog niet zo lang geleden actief waren. Later vernemen we dat veel mensen, anticiperend op de economische "boom" die hier i.v.m. de gas-en olie vondsten verwacht werd, alvast restaurantjes claimden. De "boom" is niet geworden wat men hoopte en de hutten zijn nu het enige wat nog resteert uit die hoopvolle periode. Het grote probleem in Mauritanië is de verwoestijning, waardoor veel nomaden noodgedwongen hun leven in de woestijn moesten verruilen voor een moeizaam bestaan in o.a. Nouakchott. Velen hopen nog steeds op betere tijden met meer neerslag en dus een rentree in hun vorige habitat. Waarschijnlijk tevergeefs.

Wednesday, April 25, 2007

13-10-2006 Mauritanië-Nouadhibou


Je fietst dagenlang door een grote leegte en plotseling kom je in een stad waar bijna wanhopig geprobeerd wordt een westerse samenleving te imiteren. We verbazen ons over het stadsbeeld. Geiten scharrelen rond in het straatvuil, vreten papier, plastic, planten zich en passant voort, staan op daken en steken plotseling over.Een meedogenloze wind blaast stof en vuil door de straten, waardoor alles voortdurend in lichte mist gehuld lijkt. Talloze autowrakken banen zich een weg richting centrum of rijden schijnbaar doelloos rond. Wie geen auto heeft neemt één van de vele taxi's die in alle kwaliteiten, merken en maten door de stad scheuren op zoek naar klanten. Fietsers zijn er praktisch niet. Heeft geen status of is niet praktisch door de rulle zandpaden. Bijna alles en iedereen is hier gemotoriseerd. Vracht wordt getransporteerd door talloze ezelwagentjes. De stad is vergeven van de vliegen. Koop je hier een brood dan is deze in een mum van tijd bedekt met tientallen vette bromvliegen die hier kennelijk een succesvolle strijd om het bestaan kunnen voeren. Nouadhibou is een vissershaven en tevens uitvoerhaven van ijzererts, dat hier met behulp van de langste ertstrein ter wereld aangevoerd wordt uit het binnenland. Dit levert al met al genoeg op om een complete stad en miljarden muggen in leven te houden. De bevolking is fanatiek islamitisch. Toch is hier en hoerenbuurt waar ook alcohol verkrijgbaar is. Het zijn hier vnl. zwarte Afrikanen die roomser dan de paus zijn. Komt wel vaker voor. In een uiterste poging om serieus genomen te worden, zijn mensen vaak fanatieker dan hun overheersers in dit geval de "blanke" Arabische cultuur. Toch voel ik me hier niet onveilig. De meeste inwoners zijn redelijk benaderbaar en vriendelijk. We maken een wandeling in de omgeving van onze tijdelijke verblijfsplaats: een ommuurde camping annex guesthouse, waar tevens een grote open tent kan dienen als onderkomen voor de nacht. Overdag wordt de tent gebruikt als instant- moskee. Regelmatig knielt men hier op een gebedsmatje richting Mekka. Wij brengen onze tijd hoofdzakelijk door in een envoudige kantine of in de schaduw van een paar bomen op het erf. Ook hier moeten we voortdurend strijd leveren met zand en stof dat overal binnen probeert te dringen.
We struinen door de zanderige zijpaden van de geasfalteerde hoofdader. Er staat een gestrande tractor midden op het pad, roodbruin van de roest en gedeeltelijk gesloopt. Eén van ons neemt op verzoek plaats op de bestuurdersplek en er worden foto's geschoten. We passeren en openlucht moskee, waar mensen knielend hun geloof belijden. Rondom gaat het straatleven gewoon zijn gang. Mensen zitten in deuropeningen of doen zaken. Honden scharrelen hun kostje op, terwijl de imam met behulp van een microfoon het geheel met succes overstemt. Niemand stoort zich aan ons en ongehinderd belanden we in de traditionele vissershaven. Hier overheerst een vreselijke stank, veroorzaakt door hopen visafval die achteloos langs het pad liggen. Kleurige traditionele houten boten liggen afgemeerd op het strand of kiezen het ruime sop. De armoedige hutjes staan tot vlakbij het strand. Kinderen spelen onbevangen in de troep en de stank deert zo te zien niemand. Het verbaast mij dat de vrouwen hier zo netjes gekleed gaan. Een gewapende agent verbiedt ons te fotograferen. Is hij zich bewust van de rotzooi en wil hij niet dat zijn stad in diskrediet gebracht wordt? Wij gehoorzamen en wandelen verder. Overal nog steeds een onbeschrijfelijke troep. Gedroogde platgetreden roggen, haaitjes en platvissen plaveien het pad. De vangst wordt hier afgevoerd met tweewielige handkarren en een vis meer of minder merken de vervoerders kennelijk niet. Bij één van de vele winkeltjes kopen we wat versnaperingen en frisdrank. Kroonkurken en lege blikjes liggen rondom. Toch doe ik een poging en retourneer mijn afval naar de verkoper. Zonder succes. Achteloos gebaart hij dat ik de boel gewoon weg kan gooien. Een afvalprobleem heeft men hier niet. Gewoon de boel laten ophogen en verder gaan met ademhalen.
Nouadhibou moet je één keer in je leven met en bezoekje vereren om er daarna nooit weer terug te keren. Op dat moment had ik geen flauw vermoeden dat het nog erger kan.

Tuesday, April 24, 2007

12-10-2006 Westelijke Sahara. De grens.


Zo'n twee weken heben we nu doorgebracht in Marokko inclusief de Westelijke Sahara en het voelt als de bekende oude jas; we zijn broodnodig aan een nieuwe toe. Lang genoeg hebben we nu de Marokkaanse cultuur gesnoven en we snakken naar Mauritanië. Echter, het lijkt wel alsof het land ons niet wil loslaten. Uren duurt het voor we de benodigde stempels hebben. Uiteindelijk mogen we dan gaan en na een allerlaatste controle bij de slagboom, waar een paar soldaten domicilie houden onder één van schaarse acacia's, mogen we door. We komen in een stuk niemandsland dat surrealisch op mij overkomt.Van asfalt is geen sprake meer en samen met auto's een enkele camper en zware vrachtwagens hobbelen we over een uitgesleten rotsachtige bodem met zo nu en dan diepe gaten. Links ontwaar ik op een richel kamelen, terwijl rechts van ons een armoedig kampement ligt waar een groot aantal mercedessen op transport wachten richting zuiden.
Zie foto. Wereldfietser/gazelle-fan Frank worstelt zich over de piste van het stuk niemandsland tussen Marokko en Mauritanië.De bagage weegt zo'n 45 kilo. Ik heb geprobeerd zijn fiets op te tillen. Dit lukte met de grootst mogelijke inspanning slechts enkele seconden.
We hebben ons al min of meer ingesteld op een moeizame dagtocht over een piste. Echter tot onze niet geringe verbazing blijkt er ook in Mauritanië een perfecte asfaltweg te liggen. De douaniers gedragen zich-vooral tegenover de vrouwen(allons y-donder op) - onbeschoft. Zonder al te veel oponthoud mogen we door en met de wind in de rug spoeden we ons richting Nouadhibou waar ons een rustdag wacht.

Monday, April 23, 2007

11-10-2006 Westelijke Sahara. Sikkelduinen.


We komen in een puur woestijngebied waar zand overheerst. Als gevolg van de noordoostpassaat zijn er zogenaamde sikkelduinen ontstaan. Als geograaf natuurlijk nog even nagekeken hoe zoiets in zijn werk gaat.Het boek "Algemene Geologie" geschreven onder redactie van A.J. Pannekoek, 1973, geeft op blz. 358 de volgende uitleg: "Door deze beweging van het zand (wegnemen aan de loefzijde, afzetten aan de lijzijde) migreert het duin. Wanneer over de gehele oppervlakte van de loefzijde van het duin zand wordt opgenomen en al het zand in de glijhelling wordt gevangen, zullen de flanken zich, door de geringere massa die getransporteerd moet worden sneller verplaatsen dan het centrum. Aan dit vooruitijlen is een grens, daar de flanken steeds minder zand zullen vangen. Er ontstaat uiteindelijk bij een constante windrichting een sikkelduin of barchaan, die met behoud van vorm langzaam migreert." En even verder: "Nauwkeurige metingen in Californië toonden aan dat een barchaan met een hoogte van 11 meter migreerde met een snelheid van 17 meter per jaar."
Wij hoeven ons dus geen zorgen te maken om "onder de voet" gelopen te worden en zetten na zo'n 170 kilometer fietsen de tent op aan de rand van een wandelend duin. Het is weer "tentworstelen"geblazen want er staat een harde wind. Door de zanderige bodem moeten we zware stenen aanslepen om te voorkomen dat de haringen losschieten en de hele handel de lucht ingaat. Achteraf gezien hadden we veel beter de lijzijde van het duin als kampeerplek kunnen nemen. Daar heerst een weldadige windstilte die wij al dagen missen. Voor de duisternis valt beklimmen we het duin om te genieten van het uitzicht.(foto) Kenner Frank demonstreert nog even dat je de steile lijzijde wel kunt afdalen maar niet beklimmen.Zijn onderhoudend college over hellingshoek en valsnelheid zou in het boek van Pannekoek niet misstaan.

Thursday, April 19, 2007

10-10-2006 Westelijke Sahara. Fauna.






We hebben de nacht doorgebracht in de omgeving van Dakhla. Dit is een vissersstad gesitueerd op een uitgestrekte zanderige landtong en dient als thuisbasis /bevoorradingsplaats voor vele vissersschepen afkomstig uit een groot aantal landen. We zijn zo'n tien kilometer richting Dakhla gefiets en hebben kamp gemaakt op een beschutte plek vlakbij de baai. Tot onze grote verrassing ontmoeten we op deze plek wereldfietser Frank van Rijn. Als voorbereiding op onze tocht door de woestijn las ik o.a. het boek: "De rode kangoeroe- belevenissen van een reiziger door Australië" voor de tweede maal. De eerste keer was toen wij zelf het rode continent met een bezoek mochten vereren.Dat je dan zo'n bekende fietser tegenkomt is een welkome afleiding. Frank is van huis uit een natuurkundige die oorspronkelijk een carrière als docent in het voortgezet onderwijs ambieerde. Spoedig kwam hij tot het (juiste) inzicht dat dit niet voor hem weggelegd was,is en ooit zal zijn. Dus stapte stapte hij op de fiets , schrijft nu reisverhalen en houdt lezingen over de soms bizarre avonturen tijdens zijn vele fietstochten. Groot voordeel is volgens Frank dat hij nu een geïnteresseerd publiek heeft, dit in tegenstelling tot het onderwijs waar een klas vol onwillige hormonaal gestoorde pubers niet altijd een braaf luisterend oor verlenen richting docent.
Frank drukt zijn stempel op onze strikte groepsdiscipline. Qua tijdsduur strak geplande pauzes duren plotseling langer dan de bedoeling is en tijdens het fietsen zwalkt onze gast als een verweesd kind door de groep. Ik geniet met volle teugen. Dagenlang fietsen over een eindeloze strook asfalt, om de vijf minuten van partner plus gesprek wisselen, beslist een helm op je kop begint zijn tol te eisen. Ik snak naar wat meer persoonlijke vrijheid: een los wapperend tot op de draad versleten T-shirt( gelijk Frank), eens een uurtje alleen fietsen etc., dan is een beetje ontregeling al een verademing. We passeren deze dag de kreeftskeerkring. De GPS geeft de precieze positie kennelijk foutief aan want enkele honderden meter verder blijkt een eenvoudige hoop stenen te dienen als monument. Dus voor de tweede maal van de fiets voor een fotostop.
De fauna die je in de Westelijke Sahara tegenkomt bestaat uit: vogels, springmuizen, hagedissen, insecten, schorpioenen en (zeldzaam) vossen. Ook liggen er nog steeds miljoenen skeletjes van sprinkhanen die hier door onbekende oorzaak het leven hebbben gelaten.'s Avonds kun je maar beter je zaklamp uitknippen als je de tent binnengaat. Het is hier in de tropische zone vergeven van insecten die massaal op lichtbronnen afkomen. Gelukkig valt het aantal stekende soorten erg mee en zeker malariamuskieten komen in dit droge gebied praktisch niet voor.
De afgebeelde dode vogel(foto) is een witbandleeuwerik (hoopoolark) een soort die de geïnteresseerde fietser wellicht kan spotten. De hagedissen zijn overal. Probeer ze niet te vangen, want ze laten prompt hun staart los en zijn watervlug. Schorpioenen komen ook in grote aantallen voor. Til een platte steen op en grote kans dat je beet hebt. Gelukkig zijn schorpioenen niet dodelijk en zijn ze niet echt agressief.'s Morgens de schoenen controleren kan ook schelen!

Wednesday, April 18, 2007

9/10-2006 Westelijke Sahara. De woestijn bloeit.







Zo vlak langs de kust koelt het 's nachts behoorlijk af en ontstaat door de aanwezigheid van vochtige oceaanlucht waterdamp, waardoor er vegetatie voorkomt in de vorm van vetplanten die niet hoger worden dan zo'n 30 à 40 centimeter. Er staan prachtige exemplaren tussen die weliswaar niet opvallend bloeien, maar als de liefhebber bereid is even op de knieën te gaan liggen, dan geldt hier: klein maar fijn. De foto's geven een impressie van de flora langs de kust van de Westelijke Sahara.

Tuesday, April 17, 2007

7/8-10-2006 Westelijke Sahara. Kliffen.





Met de wind nog steeds stevig in de rug leggen we met gemak lange afstanden af. De geplande kilometers worden ruimschoots overschreden. We maken vaak snelheden van rond de 30 kilometer per uur. Zo kunnen we misschien op een later tijdstip een extra rustdag inlassen. Het landschap blijft dagenlang hetzelfde. Wel krijg ik de indruk dat het gebied puurder wordt, minder onderhevig aan verontreinigingen veroorzaakt door o.a. de koelwagens van de visindustrie.
In "the middle of nowhere" passeren we een enorme lopende band die ergens in het oosten begint en eindigt aan de kust, waar een grote fabriek fosfaat verwerkt tot halffabrikaten voor o.a. de wasmiddelenindustrie.
's Avonds wildkamperen aan de rand van het klif en als het niet al te hard waait genieten (biertje erbij) van het uitzicht over de eindeloze oceaan.
's Morgens is alles vochtig. De inlandige wind neemt nogal wat waterdamp mee met als gevolg dat mijn kilometerteller het laat afweten. Pas na zo'n 15 kilometer fietsen is de luchtvochtigheid gedaald tot een aanvaardbaar niveau en begint de teller weer aan zijn dagtaak. Na afloop van de tocht zal dit het enige mankement blijken, waar ik mee te kampen krijg. Zelfs m'n voor- en achterlicht komen ongeschonden uit het strijdperk en werken nog steeds feilloos. De drie foto's geven een impressie van de klifkust die ons als baken dient in de eindeloze woestijn. Ik heb al eerder opgemerkt dat de kust vaak met de grootste moeite bereikbaar is, maar er zijn ook zeer toegankelijke stukken bij(baaien/lagunes) die een waar paradijs zijn voor sportvissers en andere strandactiviteiten. Op sommige plekken heeft de eroderende werking van de oceaan diepe grotten uitgeslepen die uiteindelijk zullen instorten. Langs de hele kust staan palen die waarschijnlijk dienen als teken: tot zover en niet verder.

Friday, April 13, 2007

5/6/10/2006 Westelijke Sahara-Laâyoune Port.


De Westelijke Sahara is al jaren omstreden gebied. Het enige wat de argeloze doorgaande reiziger er van merkt zijn enkele wegversperringen (roadblocks) en de daarbij behorende poespas. Het wel of niet vlot doorgang verlenen hangt af van het humeur van de controlerende militairen. Vooral de commandant is een factor van belang. Je timide opstellen en vriendelijk blijven lachen kan schelen. Vervelend is dat je niet van tevoren weet welke informatie ze precies willen. Ook dit lijkt willekeurig en aan stemmingen onderhevig. Uiteindelijk geven ze allemaal permissie om door te fietsen. Zo ook deze dag als we vlak voor Laâyoune wel erg lang moeten wachten. De bevelhebber is nurks en probeert van alles om tijd te rekken. Tot aan de framenummers toe moeten genoteerd worden en ook onze financiën zijn staatsbelang. Als dan uiteindelijk alle informatie is ingeleverd mogen we er door. De stad zelf is niet ons uiteindelijke doel maar de haven die enkele kilometers westelijker ligt. Er staat een striemende wind dwars over de weg en het meegevoerde zand slijpt onze lichamen. Laâyoune-Port is een desolaat oord. We hebben er een rustdag gepland en kunnen weer eens in een heus bed slapen. Het hotel ligt vlak naast een visverwerkingsfabriek (sardines inblikkerij) echter het uitzicht over een baai vergoedt veel. In eerste instantie moet ik een tweepersoonsbed delen met een medefietser. Persoonlijk maak ik me daar niet zo druk meer over sinds ik tijdens een ski-vakantie met de zwager van mijn zwager in een tweepersoonsbed belandde. Mijn aanstaande kamergenoot heeft er grote moeite mee, dus beklagen we ons bij de directie, waarop één van ons mag verhuizen naar een drie persoonskamer met drie los staande bedden. We loten en hoewel ik in eerste instantie als winnaar uit de bus kom, besluit ik grootmoedig de boel weer op te pakken om in te trekken bij de buren. Als troostprijs beding ik nog wel dat ik als eerste een lekkere douche mag nemen op de tweepersoonskamer.
We beschikken met z'n drieën slechts over één kamersleutel. Dit leidt prompt tot problemen als ik de kamer verlaat en de deur in het slot trek, terwijl de sleutel nog in de kamer is. Een reserve-sleutel blijkt niet aanwezig. De dienstdoende "allesoplosser" moet bijkans de complete deur slopen om onze kamer weer toegankelijk te maken. In heel Afrika -misschien uitgezonderd Zuid-Afrika- heerst een sloten probleem. Of ze zien er perfect uit maar er is geen sleutel meer, of er is wèl een sleutel maar het slot zelf functioneert niet. In sommige gevallen moet er dusdanig gemanipuleerd worden, dat alleen ingewijden weten hoe je in de kamer kunt komen. In Kayes(Mali)zaten we in een op het oog super de luxe hotel, we hadden een ruime kamer etc. maar de deur kon niet op slot en wilde tevens niet sluiten, waardoor een tas moest dienen als slot en deurdichthouder. Dat er overdag geen water uit de kraan kwam en 's avonds de stroom zo nu en dan uitviel, kun je een hoteldirectie niet kwalijk nemen.
De volgende dag verkennen we de haven. Zie foto. Er heerst zo te zien een vrolijke bedrijvigheid. Een groot gedeelte van de vloot ligt aan de kade. Ramadan? Zo nu en dan loopt er nog een visserschip binnen en kunnen we de vangst aanschouwen. Het gaat hier vooral om sardines die hier nog volop schijnen voor te komen. Sardines zijn er in verschillende kwaliteiten. Inferieure sardines worden niet weggegooid, maar opgekocht door lokale handelaren die ijsresten van de grond schrapen en de vis ermee bedekken. De fabriekspartijen worden bedekt met schoon ijs en afgevoerd in de bekende koelwagentjes. Voor hoe lang nog? Het is bekend dat bijna alle nationaliteiten hier voor de kust met behulp van drijvende visfabrieken de boel leeg harken.

Thursday, April 12, 2007

4/10 Marokko. De kust. Fietstips


De komende tijd gaat de route langs de kust van de Atlantische Oceaan. De foto geeft een indruk wat een fietser dagenlang te wachten zal staan: een eindeloze rechte weg. De enige afleiding vormt zo nu en dan het uitzicht op de oceaan en zelfs een flauwe bocht is dan een welkom verzetje. Stranden zijn er wel, maar vaak zijn ze moeilijk bereikbaar omdat een steil klif een bijna onneembare barrière vormt. Langs de kust staat elke dag een vettige zoute harde wind die gelukkig meestal uit het noordoosten waait, waardoor lange afstanden afgelegd kunnen worden. Etappes van 150 kilometer of meer zijn te doen, zeker in een groep. De temperatuur valt hier in de maanden september/oktober best mee. Genoeg water op de fiets blijft echter noodzakelijk. Zandstormen kunnen voorkomen en dan is een doek zoals afgebeeld op de foto geen onnodige luxe. Een goed op het gezicht aansluitende zonnebril is reuze handig. Ik heb nog overwogen om een skibril mee te nemen. Zou ik deze route ooit weer fietsen, dan gaat er zeker een exemplaar mee. Zelf kreeg ik behoorlijk last van het striemende zand omdat per ongeluk een "poot" van mijn hippe zonnebril afbrak, waardoor deze niet goed meer op mijn gezicht aansloot. Het scherpe zand veroorzaakt pijnlijke rode ogen. Een nachtje bedrust is voldoende om er weer vanaf te zijn. Kamperen kan hier overal. Door de harde wind is een kleine tent aan te bevelen. Grote tenten waaien weg en zijn hier niet hanteerbaar.Zelfs in de tent ben je niet gevrijwaard van zand. Je moet niet schrikken als je 's morgens alles moet uitkloppen omdat het fijne stofzand overal in doordringt. Tassen hermetisch dicht houden en gevoelige apparatuur niet rond laten slingeren.
Veel verkeer is er niet. Meestal zijn het vrachtwagens en omdat er een bloeiende visindustrie is, veel koelwagens, die de vis naar de markten in het noorden vervoeren. Nadeel is dat ze zo nu en dan smeltwater lozen, waardoor om de zoveel kilometer de lucht niet te harden is. Gelukkig kun je die plekken al van verre zien liggen omdat ze zwart van kleur zijn. Even de neus dicht en je bent er voorbij.
De zware vrachtwagens gebruiken hier oude banden die van een nieuwe slijtlaag voorzien zijn. Deze slijtlaag knapt er vaak spontaan vanaf, waardoor de weg zo nu en dan bezaaid is met stukken rubber. Men heeft hier de vervelende gewoonte om de rotzooi te laten liggen, ook al betekent dat levensgevaar voor argeloze weggebruikers. Het spreekt vanzelf dat vooral fietsers moeten opletten. Ook sommige "toeristen" hebben totaal geen respect voor het milieu. In deze streek reizen veel Spanjaarden en op een dag vond ik een enorme berg rotzooi, bestaand uit frisdrank- en bierblikken, lege whisky flessen en andere welvaartstroep. Uit de etiketten konden we afleiden dat het materiaal Spaans was.
De kust is hier kennelijk en paradijs voor sportvissers. Heel vaak zagen we mensen in de weer met werphengels en ik heb de indruk dat veel lokalo's ook vissen voor de markt. Dit blijkt o.a. uit de armoedige hutten die hier en daar langs het klif staan. Ook staan er regelmatig door mensenhanden gemaakte stenen bouwsels langs de weg die waarschijnlijk dienen als tijdelijke opslagplek voor de vangst en dus "ophaalplek"voor gemotoriseerde handelaren.

4. De zwartkop/Sylvia atricapila


Een klein stukje Afrika in mijn achtertuin? Volgens "Petersons" vogelgids is de zwartkop een trekvogel. Even kijken in "Collins- Illustrated checklist of birds of southern Africa" leert mij dat de vogel in een beperkt gebied voorkomt westelijk van Lake Malawi.Zou het werkelijk zo zijn dat dit fragiele vogeltje die enorme afstand jaarlijks aflegt om te broeden in onze achtertuin of komen ze ook nog elders in Afrika voor? Helaas beschik ik niet over vogelboeken die geheel Afrika beslaan, dus voorlopig hou ik het erop dat de zwartkop uit Malawi komt, zich hier voortplant en straks weer vertrekt. Het vrouwtje is herkenbaar aan een bruin kapje. De vogel beschikt tevens over een rijk zangrepertoire en is dus zeer nadrukkelijk aanwezig.

Wednesday, April 11, 2007

3. De boomkruiper/Certhia brachydactyla


De boomkruiper is een regelmatig terugkerende gast in onze achtertuin. Wij hebben uitzicht op een paar grote bomen (o.a. vlier) waarvan de gegroefde bast doorzocht wordt op insecten etc. De vogel is een talrijke broed- en standvogel in Friesland. Niet een opvallende vogel, maar wel leuk om te zien hoe het dier met behulp van zijn staart over de schors naar boven loopt.

Monday, April 09, 2007

2/10 t/m 3/10 El Ouatia/Marokko



Men zegt wel eens dat reizen door arme landen ook een stap terug is in de tijd. Dat geldt zeker voor de vele winkeltjes die je onderweg tegenkomt. Zie ook de foto van een Marokkaanse éénmanszaak. De bussen met snoepgoed doen mij denken aan mijn kindertijd toen we brood kochten bij "Ike bakker" in voormalig Murmerwoude nu Damwoude. Het snoepgoed zat toen weliswaar in grote glazen potten, maar voor de rest werden er ook slechts basisgoederen verkocht. Keuze was er niet veel. Je kocht brood, eventueel koek(reep-en bruine), portugeesjes(luxe!) en dat was het wel zo'n beetje. Snoepgoed was een centen kwestie en had je wat zakgeld, dan was de keuze niet zo moeilijk. Meestal hadden we echter geen cent te makken. Een meevaller hadden we na een lange vorstperiode. Als het ijs begon te smelten waren we er als de kippen bij om de ijsbaan in Dantumawoude te inspecteren. In het ijs vonden we dubbeltjes, kwartjes en soms zelfs hele guldens die de schaatsers (door kou bevangen?) hadden laten vallen. Na afloop kochten we dan grote hoeveelheden snoep bij bakker Ike en bouwden een feestje. Niemand had nog gehoord van tandbederf.
Tijdens de fietstocht werd het inslaan van voedsel er dus niet gemakkelijker op door de geringe voorraad die de winkels op de planken hebben.Na Marokko worden de voorraden nog kleiner. Daar verkoopt men OMO in plastic zakjes en je mag blij zijn als er genoeg frisdranken aanwezig zijn voor dertien dorstige fietsers. Als het dan ook nog gekoeld is voel je je spekkoper.
De tweede foto is genomen in de badplaats El Ouatia. Toen we de plaats naderden woei er een zwart stuk plastic in mijn derailleur en werd ik gedwongen te stoppen. Alle dorpen en steden worden omringd door enorme hoeveelheden plastic afval dat door de stevige wind de woestijn ingeblazen wordt.
In El Ouatia hadden we een guesthouse afgehuurd, waardoor we ons eindelijk weer eens konden douchen.Een zogenaamd "kermisbed" diende als slaapplek. Wel uitkijken voor de lokale kakkerlakken.Een nabij gelegen restaurant wilde speciaal voor ons wel een vismaaltijd bereiden. Fris en in nette kledij dus dineren met uitzicht op een woest kolkende zee. Er stond die avond een halve storm langs de kust. Wat opviel was dat de vis grotendeels uit ondermaatse exemplaren bestond. Veeg teken of eetcultuur? Persoonlijk ga ik er vanuit dat overbevissing ook hier er de oorzaak van is.

Thursday, April 05, 2007

29-09 t/m 1-10-206. Marokko.


Drie zware dagen door de Hamada-woestijn. Gemiddeld fietsen we zo'n 150 kilometer per dag door de hitte. Vooral 's middags krijgen we last van een pittige tegenwind, waardoor de watervoorraad snel slinkt. Op zich niet zo'n probleem omdat de truck minstens één keer per dag langs komt en we onze flessen kunnen aanvullen. Het water is echter na een uurtje fietsen zo opgewarmd dat je er gemakkelijk thee in kunt trekken. Op de fiets maak je snelheid en dit maakt het nog draaglijk door de verkoelende werking van transpiratievocht op de huid.
Zie foto. Hoe het vogeltje aan zijn einde is gekomen is onbekend. Uitputting tijdens de trek naar Afrika?
Het wildkamperen is in deze praktisch onbewoonde streek een waar genoegen. Geen oproep tot gebed en geen blaffende honden. De stilte maakt diepe indruk.

Wednesday, April 04, 2007

Marokko 25 t/m 28-09 2007






In de zinderende hitte fietsen we dagenlang door een soort maanlandschap. De steenwoestijn (Hamada-woestijn foto 5.) regeert het landschap. Hier leren we het belang van water pas goed kennen. Slechts oases bieden hier beschutting en beperkte leefruimte aan mensen. Fietsen valt niet mee. Zo nu en dan moet ik mezelf koelen met water. Het geeft aan het einde van de middag ook wat afleiding want de wegen zijn hier recht en saai.
De streek kent enkele toeristische hoogtepunten. Riviertjes heben hier een paar diepe kloven (gorges) uitgesleten. De Gorge du Todra (foto 1.) is een uitdaging voor ons. We kamperen aan het begin van de kloof en de volgende dag nemen we een kijkje. Het geeft mij een beklemmende indruk.
Foto 3. geeft een goede indruk van een rivieroase. De dorpen zijn in een lang gerekt lint langs de vruchtbare vallei aangelegd. Op deze manier wordt er geen kostbare landbouwgrond verspild. In de oase wemelt het van het leven. In een hotel vinden we zelfs een gastenboek met aantekeningen van vogelaars. Het boek geeft een prima indruk van de vogelrijkdom.
Foto 2. Een pad komt een kijkje nemen op de de camping.
Foto 4. Behalve rivier-oases komen er in het Atlas-gebergte ook veel op zichzelf staande oases voor. Deze ontstaan op die plekken waar een waterhoudende laag aan de oppervlakte komt. Het Atlas-gebergte fungeert als watervanger en als het regenwater de bodem inzakt komt er druk op te staan, waardoor hier en daar water naar de oppervlakte borrelt. Let ook even op de gelaagde afzettingen die duidelijk zichtbaar zijn. In tijden met veel regenval werd grind afgezet en stroomden de rivieren langzamer dan werd zand gedeponeerd.
27 september arriveren we in Ouarzazate. Hier hebben we een rustdag gepland. 's Avonds gaan we uit eten in de stad. De "lonely planet" beveelt een restaurantje aan waar je een traditionele tajine-maaltijd naar binnen kunt slaan. Een tajine is een klein aardewerk oventje, waarin vlees, aardappels en groenten gestoofd worden. Het oventje wordt in zijn geheel op tafel gezet. Je neemt het deksel eraf en als het goed is, heb je een lekker gaar stoofpotje. De bediening is traag. Als de eersten hun wat klein uitgevallen portie verorberd hebben zijn de laatsten pas aan de beurt. Het is gloeiend heet en bijna verbrand ik mijn verhemelte. Als toetje neem ik een sinaasappel. Deze blijkt half droog te zijn. We klagen niet. De jongens die ons bedienen doen hun best en de sfeer is authentiek. Een klein balkon biedt uitzicht op een aantal steegjes, waar het wemelt van de mensen. Vel kijkers en weinig kopers.